Zowel de begraafplaatsen aan de Kwakkelstraat als aan de Steenweg op Merksplas worden in de volksmond ‘kerkhof’ genoemd, alhoewel ze nooit aan een kerk hebben gelegen. Ze werden aangelegd omdat de wetgeving van de burgerlijke overheid niet meer toeliet dat in volkrijke agglomeraties mensen ter aarde werden gesteld (maatregel van Jozef II, 1784, vanaf 1815 werd de begraafplaats aan de Kwakkelstraat aangelegd). De enige echte kerkhoven waren in Turnhout gelegen rond de kerken van de parochies van Sint-Pieter en Sint-Bavo (en van de kapelanijen van Zevendonk en Schoonbroek)
Deze kerkhoven waren omheind met een afsluiting. In
Turnhout was dat in 1789 (Slag van Turnhout) een stenen muur. Doorheen de
middeleeuwen groeide de afsluiting uit tot de grens waarbinnen de kerkelijke
immuniteit speelde: wie zich binnen deze afsluiting bevond, stond onder
kerkelijke bescherming. - Men kan dit vergelijken met de immuniteit van
buitenlandse ambassades nu: men denke aan de beelden van ambassades waar de tuin
gevuld is met vluchtelingen en azielzoekers. - Deze immuniteit is in de
middeleeuwen gegroeid als gevolg van de Gregoriaanse hervormingen, de
godsbestanden en de godsvrede. Een misdaad begaan binnen deze zone gold als een
zwaar incident en leidde tot ernstige conflicten tussen Kerk en civiele
overheid. Tot de bekendste behoren de moorden op Thomas Becket (Canterburry
1170) en op de Vlaamse graaf Karel de Goede (Brugge 1127).
De kerkhofmuur van de Sint-Pieterskerk (die wel niet op
exact dezelfde plaats ligt als in 1789) speelde een belangrijke rol in de Slag
bij Turnhout, waarbij de Brabantse vrijwilligers o.l.v. van Vander Meersch de
Oostenrijkse troepen versloegen.
In Turnhout is het huidige gedeelte van het
Sint-Pieterskerkhof het enige kerkhof in situ dat de functie en de geschiedenis
van een kerkhof kon uitleggen. (Het kerkhof op Zevendonk heeft na het verdwijnen
van de kerk aldaar eer het uitzicht van een archeologische site.)
De huidige omheining dateert van het begin van de 20ste eeuw. In die tijd veranderde het centrum van de stad. De markt werd
heraangelegd, er kwamen voetpaden, riolering, waterleiding, de eerste auto’s
verschenen, … Bij die heraanleg respecteerde men het oude stadspatroon waarbij
een stadsas van de oude machten bleef bestaan: stadhuis, kerk met
immuniteitsmuur, kasteel.
Het is een beetje cynisch om in de stadskrant van Turnhout,
december 2009, p. 20 te lezen dat bij de heraanleg van de tuin aan de Warande,
men teruggrijpt naar oude kaarten (kabinetskaart van Ferraris) om een beeld te
scheppen van hoe de oude kasteelwarande er kan uitgezien hebben en tegelijk op
p. 10 met een grove borstel een nog historisch bestaand stuk wegveegt. Misschien
zal men bij de volgende heraanleg van de markt teruggrijpen naar plannen uit het
tweede of derde kwart van de 20ste eeuw om binnen het parkpatroon
zich terug het stadhuis, de kiosk, de kerkhofmuur, het steentje, de Latijnse
school te herinneren.
Voor Taxandria
Guido Landuyt
Marcel Gielis
|